Jeonju
Blijf op de hoogte en volg Frans
17 September 2014 | Zuid-Korea, Jeonju
We bezoeken een paleizen complex, suizen soms met 289 km door de heuvels van west Korea en wisselen ons luxe driesterren hotel in voor een klein familiepension met een kamer van 2,5 x 4 meter, zonder bedden, en zonder ontbijt. En ook de koreaanse Rita Reijs zullen we tijdens het ontbijt niet horen.
Na ons ontbijt hebben we nog een paar uur de tijd om iets meer van Seoul te zien. Er zijn talloze opties, maar vandaag hebben we maar tijd voor een actie. Het wordt het koninklijk paleizen complex, Gyeongbokgung. Wikipaedie zegt het volgende:
(Wil je dit stukje historie overslaan, ga dan 5 alinea's naar beneden en lees verder)
Het paleis werd ontworpen door minister Jeong Do-jeon in 1394 in opdracht van koning Taejo van Joseon, de eerste monarch van de Joseondynastie. Ten tijde van het bewind van de Koning Taejong en Sejong de Grote werd het voortdurend aan de uitbreiding van het paleis gewerkt. Tijdens de Japanse invasies van Korea werd het paleis echter platgebrand. De paleismuren bleven echter grotendeels overeind staan.
Pas in 1867, tijdens de regering van Heungseon Daewongun werd met de restauratie van het paleis aangevangen. De gebouwen werden opnieuw opgetrokken en vormden samen een enorm complex van 330 gebouwen met een totaal van 5,792 kamers. Het koninklijke paleis stond op een gebied van 410.000 vierkante meter grond en moest het symbool staan voor het majestueuze Koreaanse volk. In 1895, na de moord op Keizerin Myeongseong door Japanse agenten, verliet haar man, Keizer Gojong van Korea, het paleis en keerde er nooit meer naar terug.
In 1911 werd door de Japanse bezetters bijna het gehele complex vernietigd, slechts tien gebouwen bleven gespaard. Gyeongbokgung werd het hoofdkwartier van de Japanse Gouverneur-Generaal van Korea tijdens de koloniale tijd.
Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog stonden nog enkele belangrijke gebouwen overeind, waaronder Geunjeongjoen, de Keizerlijke troonzaal, en het Gyeonhoeru paviljoen, wat zich bevindt in een kunstmatig lotus meer en rust op 48 granieten pilaren.
Door archeologisch onderzoek zijn de fundamenten gevonden van veel van de gebouwen, maar omdat er geen foto's zijn van de oude situatie is het ontwerp van de gebouwen niet exact te bepalen. Heden ten dage is het paleis grotendeels gerestaureerd en open voor het publiek.
We zijn ruim op tijd voor een beker koffie achter ons hotel, maar het is er erg druk. Overal bij de talloze koffietentjes eigenlijk. We redeneren dat het kantoorpersoneel geen koffie of thee-automaten op de afdeling hebben en voor hun cafeïne/
theïne naar buiten moeten. Dat zal denken we de reden zijn voor het voorbestaan van de talloze koffietentjes die rondom deze tijd -12-13 uur- stampvol zitten. Onze koffiedame kan wel meteen mijn bestelling opnemen, maar werkt wel eerst haar andere bestellingen af, een tiental koffie die allemaal met de hand bereid worden. De naam voor haar tent is marketingtechnisch wel slim gekozen, maar geldt dan alleen buiten spitstijd, Quick Coffee heet de tent. We drinken de koffie trouwens maar op het hotelterras, want naast de cafeïne, theïne is er erg veel nicotine nodig, - en aanwezig op het kleine terrasje van de tent. Zuid Korea staat berucht om het grote aantal rokers. Ze staan ook allemaal buiten de gebouwen en eetgelegenheden te roken. En ze krijgen het nog zwaarder want we hoorden dat ze binnenkort ook niet op straat mogen roken.
We pakken de metro tot slot nog maar eens en gaan naar een treinstation tien minuten verderop. We doen iets niet goed bij de poortjes maar komen zonder problemen in de vertrekhal. Een loketdame bevestigt ons ticket en wijst de weg naar de trein een etage lager. Dat gaat goed, de trein staat er al en vertrekt niet veel later. We snellen langs talloze kantoren, flats en huizen en op de tv schermen wordt de snelheid aangegeven, op n gegeven moment 289 km per uur, toch wel hard!
We stoppen enkele malen kort en na ruim 2 uur zitten we in Jeonju, een stad van zo'n ruim 700.000 inwoners. We checken even waar we moeten zijn en zien dat we met een taxi verder moeten. Ditmaal is de schriftelijke informatie duidelijk en zijn we na een kwartier op het adres. Nog even een telefoontje naar de pensionhoudster die haar pension een beetje van de weg verborgen heeft en we betrekken onze kamer. Blijkbaar ontvangt ze weinig Engelstalig toeristen want de infokaartjes zijn alleen maar in het Koreaans. Met hulp van Googlemaps zoeken we uit waar de hanok huizen liggen. Dit zijn in traditionele stijl gebouwde huizen waarvan er hier nog zo'n 700 bij elkaar staan en een leuke toeristische trekpleister zijn. We slenteren alvast een beetje door de aardige buurt, kijken waar we straks kunnen eten en morgen niet meer hoeven te komen. Jeonju staat bekend om hun bibimbap, een grote kom met een bodem rijst en bedekt met diverse soorten groenten en vlees of vis of vegetarisch. We moeten moeite doen om een restaurant te vinden waar toeristen binnen zitten, de meesten zullen overdag komen denken we. Omdat het niet warm opgediend hoeft te worden, kunnen we snel aan tafel. Het smaakt goed, pittig, zuur, en wierig en zou goed staan als voorgerecht want iemand met grote trek heeft er niet genoeg aan. Dat wordt straks een koffie met brownie -;). Trouwens ook weer makkelijker gezegd dan gedaan, ook de koffietenten zijn zo goed als leeg. Maar dat lukt uiteindelijk toch wel en kunnen we straks de vloer eens uitproberen, die lonkt ondertussen al. Morgen zal ik er waarschijnlijk wel anders over denken want ik sta na een nacht op een mat meestal met een stijve rug op...
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley